Opaal
|

|
Opaal behoort
tot de kwarts groep. Het heeft de samenstelling van kwarts,
nl. SiO2. Daarnaast bevat opaal een variabele hoeveelheid
water. Vaak ligt het watergehalte tussen de 4 en 9%, het kan
echter oplopen tot 25%. Opaal heeft een zeer variabel
uiterlijk. De hardheid varieert tussen de 5 en 6, opaal is
dus wat zachter dan kwarts. Daarnaast is ook het soortelijk
gewicht lager, nl. tussen 2.0 en 2.25.
|
Ondanks dat
opaal tot de kwartsgroep behoort zijn er toch wel grote
verschillen met kwarts. Het belangrijkste verschil is de
kristalvorm. Kwarts is duidelijk kristallijn, het kan zeer
kleine tot zeer grote kristallen vormen. Dat is niet het
geval met opaal. De meeste opalen hebben helemaal geen
kristalvorm, ze zijn m.a.w. amorf. Hoe ontstaat opaal? Door
oplossing van kwarts in water kan een gelachtige
kwartsoplossing ontstaan. Deze gel kan langzaam uitharden.
Deze uitgeharde gel heeft dan de samenstelling van kwarts,
met extra water, en wordt dan opaal genoemd. Gelachtige
kwartsoplossingen kunnen op verschillende manieren ontstaan.
Regenwater kan in de ondergrond gaan circuleren waardoor het
warm wordt en kwarts kan oplossen. Ook andere waterige
oplossingen kunnen in de aardkorst circuleren en kwarts
oplossen. De oplossingen kunnen via hete bronnen naar buiten
komen en op de aarde opaal vormen. De oplossingen kunnen ook
door gesteenten circuleren en daar holten opvullen en
uitharden tot opaal. De meeste opaal ontstaat waar
kwartsrijke oplossingen zijn ontstaan door het oplossen van
skeletjes van organismen die uit kwarts bestaan. Dit is b.v.
het geval bij de opalen die in Australië zijn ontstaan. De
opaal bevindt zich hier in een soms kleiige zandsteen. De
opaal vult onregelmatige holten op of bevindt zich als dunne
laagjes in het gesteente.
De meeste
opalen zijn amorf. In de opalen met een edelsteenkwaliteit
blijkt echter, na röntgen-onderzoek, wel degelijk een soort
geordende structuur aanwezig te zijn. Onderzoek heeft
uitgewezen dat in de structuur van sommige opalen kleine
bolletjes aanwezig zijn die in een hexagonale en/of kubische
dichtste bolstapeling aanwezig zijn. De grootte van de
bolletjes varieert in de verschillende opalen van 150 nm tot
300 nm. Tussen de bolletjes in bevindt zich het water. Als
wit licht door de kleurloze opaal gaat kan het gebeuren dat
op het grensvlak van de bolletjes en het water bepaalde
golflengten gebroken worden en als pure spectrale kleuren
gereflecteerd worden en naar buiten komen (interne reflexen).
Vooral de opalen met spectaculaire lichteffecten worden als
edelsteen zeer gewaardeerd.
Indien de
bolletjes in de structuur zeer regelmatig gerangschikt zijn
ontstaan prachtige kleuren. Zodra de lichtval verandert
veranderen ook de kleuren. Dit wordt ook wel "opaliseren"
genoemd. Opalen die dit kleurenspel laten zien worden "edelopalen"
genoemd. Een vuuropaal is een edelopaal met een kleurenspel
van oranje en rode tinten.
Bij opalen die een bolletjes structuur hebben die zeer
onregelmatig is kan een ander effect optreden. Het blauwe
deel uit het licht wordt gereflecteerd waardoor de opaal een
melkachtig blauw uiterlijk krijgt. Het gele en het rode deel
uit het licht worden echter door de bolletjes doorgelaten en
komen aan de andere kant van de opaal weer naar buiten. Dit
wordt "opalesceren" genoemd. Hoe dieper het rood
dat de opaal verlaat deste kostbaarder is de opaal.